Op maandag 10 februari hield de werkgroep van de Stichting Historische Kring Het Land van Herle de maandelijkse werkgroepvergadering. Tijdens deze bijeenkomst hebben we binnen de werkgroep besproken hoe we een nieuw geschiedenisboek over de stad Heerlen kunnen samenstellen.
Het is een langgekoesterde wens van onze stichting om het in 1998 uitgegeven boek, geschreven door Marcel Put en Mark van Dijk ‘2000 jaar Heerlen, van Romeinse nederzetting tot moderne stad’ een waardige opvolger te geven. Helaas kwam het ‘oude’ boek onder tijdsdruk en zonder voldoende financiële middelen tot stand waardoor het niet geannoteerd is. In het kader van het Erfgoedjaar 2025 zou het een goed idee zijn om een gedegen, wetenschappelijk verantwoorde, dus geannoteerde, geschiedenis van Heerlen uit te brengen. Met dit project zal de werkgroep de komende tijd aan de slag gaan.

Het ‘oude’, helaas niet geannoteerde, boek over 2000 jaar Heerlen uit 1998
door Marcel Put en Mark van Dijk
Ter inleiding verzorgde werkgroeplid en oud-stadhistoricus Roelof Braad een presentatie over zeven gebeurtenissen met grote impact voor Heerlen. Deze gebeurtenissen gaven aanleiding tot zeven grote transformaties die Heerlen in zijn geschiedenis doormaakte. Een kort overzicht van de geschiedenis van de regio. Onderstaand overzicht is afkomstig uit een artikel, eveneens van de hand van Roelof Braad, dat in MijnStreek no. 1-2 van 2016 verscheen.
De komst van de Romeinen
De komst van de Romeinen naar deze streken rond het begin van de jaartelling zorgde voor de eerste transformatie: de overgang van prehistorie naar de Romeinse tijd. Uit opgravingen en het daaropvolgende archeologisch onderzoek blijkt dat onze vruchtbare streken ook al voor de komst van de Romeinen in trek waren voor bewoning. Bij een zandgroeve aan de Schelsberg in Heerlen werd bewijs van bewoning gevonden. Hier werd de eerste Nederlandse nederzetting van de Michelsbergcultuur opgegraven. Hiermee bleek de bewoningsgeschiedenis van de streek 4500 jaar oud te zijn. Ook zijn er sporen van Neanderthalnederzettingen in de buurt gevonden. De komst van de Romeinen veranderde heel veel. Heerlen groeide uit tot een belangrijke ‘vicus’ genaamd Cortovallum of Coriovallum. En lang op het kruispunt v.an twee belangrijke handelswegen. Coriovallum kende onder meer pottenbakkersindustrie en had een van de grootste Thermae -badhuizen- van Nederland. Rondom lagen nogal wat villae, buitenplaatsen, die als agrarisch bedrijf fungeerden.

Romeins villa in Voerendaal (Tekening van P. Delnoy)
Periode van verval
Het vertrek van de Romeinen rond 400 en de daarop volgende veranderingen hadden de tweede transformatie tot gevolg. Wat volgde was een periode van verval. Er was weliswaar bewoning, maar de geschiedenis ervan is onduidelijk. Er zijn vondsten uit de Frankische periode, vroege middeleeuwen, gedaan. Schaarse opgravingen bewijzen Frankische nederzettingen, onder andere in Voerendaal, Brunssum, Heerlerheide en Welten. De geschiedenis van de stad en de regio blijft echter ’duister’ tot de eerste geschreven bronnen opduiken en tot de grote ontginningsperiode van de vruchtbare löss in Zuid-Limburg en omgeving rond de tiende eeuw. In die periode waren grote stukken land in leen gegeven aan vazallen van de landsheren. Dat leidde tot de derde grote verandering van de regio.
Tijd van kastelen en grote ontginningen
Edelen krijgen met de in leen ’gekregen’ grond vaak ook het recht van de landsheer om daarop een versterkt huis, een kasteel, te bouwen bedoeld als burcht voor de verdediging en bescherming van de plattelandsbewoners. Nu zitten we in de tijd van kastelen en grote ontginningen. De eerste vermelding van het ’Land van Herle’ stamt uit 1065. In het desbetreffende document wordt de wijding in 1049 van de kerk in Voerendaal en de twee kapellen die Heerlen toen rijk was genoemd. In de jaren die volgen wordt onder meer de Schelmentoren gebouwd, de abdij van Kloosterrade gesticht en Hoensbroek van Heerlen afgescheiden. De bevolking neemt toe maar de plaats behoudt een agrarisch karakter. Heerlen krijgt vrijheidsrechten met stadskenmerken. Aken, Maastricht en Luik groeiden uit tot stedelijke bolwerken. Edelen en patriciërs uit die steden bouwen in onze regio kasteeltjes als buitenplaats. Onze regio heeft de hoogste kastelendichtheid van heel Nederland.
Onder Staats gezag
De Opstand (80-jarige oorlog) zorgde voor de vierde grote verandering. De Maasveldtocht in 1632 zorgde ervoor dat de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden delen van Zuid-Limburg in handen kregen, waaronder Heerlen. Heerlen met Voerendaal en ook Nuth en Klimmen worden Staats (protestant) bij het Verdelingstractaat van 1661-1663. Schaesberg en Hoensbroek komen/blijven dan onder Spaans gezag (katholiek), net als Brunssum, Onderbanken, Kerkrade, Simpelveld en Bocholtz. Bestuurlijk en godsdienstig gaat er onder Staats gezag een andere wind waaien. De protestantse schouten en schepenen gaan de dienst gaan uitmaken. De Pancratiuskerk in Heerlen en de Remigiuskerk in Klimmen worden opgeëist voor het handjevol protestanten dat in de regio woont. Later worden de kerken gezamenlijk gebruikt door zowel protestanten als katholieken. Dit duurt voor Heerlen tot ca. 1830.
Na de ‘grote’ Revolutie
De Franse revolutie zet de vijfde transformatie in gang. In deze periode treden nieuwe wetten in werking en is er sprake van toenemende overheidsbemoeienis. Na de verovering door Napoleontische troepen komt er een einde aan de bestuurlijke lappendeken die Limburg toen was. Het bestuurlijk-rechterlijke systeem dat ook nu nog aan de basis van onze democratie en de grondwet ligt, wordt ingevoerd. Bewoners krijgen te maken met nieuwe wetten. Ze kregen te maken met onder meer verplichte inschrijving in de burgerlijke stand e.d., belastingen en dienstplicht. Economisch veranderde helaas niet veel. Akkerbouw en veeteelt blijven tot aan het einde van de 19de eeuw de belangrijkste inkomstenbron. In Kerkrade is vanaf de 18de eeuw sprake van steenkoolwinning. Er komt kleine nijverheid op: er verschijnen kalkovens, kleine bierbrouwerijen, leerlooierijen e.d.. De industriële ontwikkeling in die tijd zorgt voor de eerste kleine fabriekjes zoals weverijen en stoombierbrouwerijen. De Heerlense speldenfabriek van Preusser was met 30 werknemers de grootste van deze nieuwe ondernemingen.

Kalkoven in Voerendaal
Opkomst van de mijnbouwindustrie
De zesde gebeurtenis die werd gevolgd door de meest ingrijpende metamorfose van de regio was de opkomst van de moderne mijnbouwindustrie. Hiervan werd Heerlen met de hoofdkantoren van Oranje-Nassaumijnen en Staatsmijnen het centrum. In het midden van de jaren negentig van de 19de eeuw woonden er in de gemeenten van oostelijk Zuid-Limburg ongeveer 20.000 mensen. Nadat in 1899 de eerste Oranje Nassaumijn in productie kwam en daarna meerdere mijnen volgden, werden er mijnwerkers uit binnen- en buitenland mijnwerkers geronseld om aan de toenemende vraag aan arbeidskracht te voldoen. De bevolking groeide korte tijd enorm, de mijngemeenten hadden in 1930 al bijna 140.000 inwoners. Nieuwe spoorwegen, nieuwe infrastructuur en nieuwe woonwijken schoten als paddenstoelen uit de grond, het sociaaleconomische en ook het culturele leven veranderde totaal.

Schoolplaat Oranje Nassau I
Na de mijnsluitingen
Een laatste gebeurtenis die zorgde voor een grote stap in een nieuwe richting was de sluiting van de mijnen die werd ingezet na 1965. Op 17 december van dat jaar werd de geleidelijke afbouw van de steenkolenmijnbouw aangekondigd. De regio bezon zich op een nieuwe toekomst en een nieuwe plek in de euregio en in Europa. Terwijl de mijnterreinen werden omgevormd van zwart naar groen en er nieuwe woonwijken en kantoorvoorzieningen kwamen, werd gezocht naar nieuwe economie. Aanvankelijk lukte dat niet en heerste er grote werkloosheid. maar de laatste decennia gaat het steeds beter met nieuwe impulsen op het gebied van toerisme, winkelen, kantoren ICT en industrie. Dat komt vooral door deelname in nieuwe regionale, grensoverschrijdende en internationale projecten vanwege de ideale ligging van Parkstad Limburg. Door de uitbouw van het toerisme werd de regio in 2016 u op de grootste conventie in de toerismebranche, de WTCC-conferentie uitgeroepen tot de meest aantrekkelijke toeristische bestemming ter wereld waarbij Parkstad werd verkozen boven Zwitserse nationale parken en Kaapstad in Zuid-Afrika.
Dankjewel Roelof voor je interessante presentatie over de geschiedenis van Heerlen!