Op vrijdag 28 november 2025 organiseert de LGOG/ Tracé Commissie voor Geschiedenis van Ondernemers en Ondernemingen in Limburg (COOL) een symposium. Dit wordt gehouden in Heerlen en heeft als thema de belangrijke industriële, maatschappelijk en culturele ontwikkelingen in Zuid-Limburg ná de sluiting van de steenkoolmijnen.
Programma
10:30-11:00 Inloop en koffie/thee
11:00-11:05 Ernst Homburg, voorzitter van COOL, Opening.
11:05-11:30 Joep Orbons, De ondergrondse erfenis van de mijnen
11:30-12:05 Wil Houben, Van zwart naar groen een nieuw begin: mijnsluiting, sanering en reconstructie
12:05-12:40 Hans Veldman, DAF in Born en de sluiting van de mijnen in Limburg
12:40-13:40 Lunchpauze
13:40-14:15 Ben Gales, Verspeeld? Expertise van steenkool na de mijnsluiting
14:15-14:50 Gène Bertrand, Van steenkool naar storytelling: mijnmusea in transitie
14:50-15:20 Koffie/thee pauze.
>15:20-15:55 Loek Kreukels, Succes en falen van de herstructurering
15:55-16:30 Marcel Put, Hamer en moker in de Zuid-Limburgse sport
16:30-17:00 Slotdiscussie: voorzitter Ernst Homburg
17:00-18:00 Borrel (bij aankomst ontvangt ieder 1 consumptiebon).
Praktische informatie
Dit symposium vindt plaats bij Schunck, Bongerd 18, 6411 JM Heerlen, in het Auditorium op de vijfde verdieping. Inloop vanaf 10:30 uur. Schunck bevindt zich op ca. 10 minuten lopen van het trein- en busstation Heerlen. Er is veel parkeergelegenheid in de nabijgelegen Q parks.
Vanwege de capaciteit van de zaal en de catering dient u zich vooraf aan te melden.
Deelname aan het symposium kost € 30,00 voor LGOG-leden, en € 40,00 voor niet-leden (inclusief lunch, koffie, thee en borrel). Dit bedrag dient gelijktijdig met de aanmelding te worden voldaan op bankrekeningnummer NL13 INGB 0001 0378 80 ten name van LGOG (Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap) te Roermond onder vermelding van: ‘Symposium COOL’.
Aanmelden kan tot en met maandag 24 november via dit aanmeldformulier.
Hieronder de samenvattingen van de lezingen en informatie over de sprekers.
De ondergrondse erfenis van de mijnen
In de Mijnstreek ligt ondergronds een van de grootste industriegebieden van Nederland,
onzichtbaar. Zo af en toe laat met verzakkingen deze ondergrond van zich horen. De erfenis
van mijnkaarten, foto’s, verhalen en films, biedt echter kansen. Het zichtbaar maken is
toeristisch-economisch interessant, het Mijnwaterproject zorgt voor verwarming. Er is meer
mogelijk. Studenten architectuur en landschap vinden het ondergrondse razend interessant om
te visualiseren en laten zich inspireren om er ideeën uit te halen. Game ontwerpers zien in de
tunnels en schachten prachtige mogelijkheden dit met gamificatie zichtbaar en beleefbaar te
maken. Deze erfgoed-erfenis heeft een toegevoegde waarde voor de Mijnstreek.
Joep Orbons studeerde technische natuurkunde en archeologie. Hij werkt op het raakvlak
van techniek en archeologie. Deze kennis combineert hij met zijn belangstelling voor
ondergrondse mijnbouw om door computervisualisaties inzichtelijk te maken hoe mijnbouw
werkt en wat voor geweldige prestatie mijnwerkers geleverd hebben.
Van zwart naar groen een nieuw begin: mijnsluiting, sanering en reconstructie
In deze bijdrage gaan we terug naar de periode 1975-1985. De mijnsluitingen waren toen
achter de rug. 750 hectare voormalige mijnterreinen (gebouwen, Steenbergen, slikvijvers)
moesten een nieuwe bestemming krijgen. Er kwam ruimte voor industrie en handel,
woningbouw, recreatie, infrastructuur en groen. De regio waar tot kort daarvoor de
frisgewassen kleding aan de waslijn zwart kleurde bleek z’n “Fleuril” kleuren behouden.
Parkstad Limburg kreeg meer en meer z’n groene accent. De opmaat voor de herrijzenis van
de Phoenix uit z’n as.
Wil Houben begon als correspondent van ‘De Limburger’, als docent geschiedenis en
staatsinrichting op het Grotius College en raadslid in Heerlen. Na negentien jaar
raadslidmaatschap, waarvan ruim zeven jaar in de functie van wethouder, volgde een transfer
naar woningcorporatie Wonen Zuid. Daar was hij regiodirecteur van Parkstad Limburg en
Midden-Limburg. Daarna werd hij directeur over naar MKB-Limburg en gaf hij leiding aan
de Kamer van Koophandel Limburg. Van 2014 tot 2024 was hij burgemeester van
Voerendaal. Sinds juli 2025 is wethouder economie, arbeidsmarkt, financiën, sport en
duurzaamheid van de gemeente Heerlen.
DAF in Born en de sluiting van de mijnen in Limburg
Op 27 juni 1967 opende DAF in Born een assemblagefabriek voor de productie van
personenwagens. Het was anderhalf jaar nadat minister Den Uyl de sluiting van de mijnen
aankondigde en een maand voordat de productie in de Staatsmijn Maurits werd stopgezet.
De DAF-fabriek werd gepresenteerd als een project om grote aantallen ex-mijnwerkers een
nieuwe baan te bieden. De overheid was DAF dankbaar dat het bedrijf zó snel, zóveel
mijnwerkers een nieuwe toekomst kon en wilde geven. Vanuit het perspectief van een
overheid die zich voor een geweldige uitdaging gesteld zag, was dit een fraai beeld en een
vroeg succes. Maar strookte dat beeld wel met de werkelijkheid? Was het een succes? Hoe
kunnen we de vestiging van DAF in Born duiden vanuit het perspectief van DAF zelf en in
het bredere perspectief van de automobielindustrie en de economische situatie van de jaren
zestig?
Hans Veldman was bedrijfshistoricus en publiceerde boeken over Philips, de olie- en
gaswinning op zee, de landbouw en de ziekenhuiszorg. Daarnaast bestuurde hij diepgaand de
geschiedenis van DAF.
Verspeeld? Expertise van steenkool na de mijnsluiting
Industrieën zijn snel afgebroken, mijnschachten snel gevuld. Expertise en ervaring blijven
steevast langer bestaan. Toen de mijnen in Zuid-Limburg nog steenkool wonnen, was daar
heel wat expertise over steenkool aanwezig. Met het besluit geen steenkool naar boven te
halen, rees ook de vraag wat te doen met dit menselijk kapitaal. Kon de bestaande expertise
nog gebruikt worden? Of was het beter die af te schrijven, zoals ook het mijnbedrijf was
afgeschreven? Tijdgenoten worstelden met dit probleem, omdat steenkool als energiedrager
weer terugkwam in de nationale economie, nauwelijks nadat de laatste mijnzetel was
gesloten. In mijn lezing wil ik iets zeggen over het afschrijven van oude kennis versus het
redden van bestaande ervaring en over de inzet van expertise in nieuwe omstandigheden. De
Steenkolenbank, het Geologisch Bureau, steenkolenvergassing ondergronds, was dit alles
nostalgie? Was het een zegen dat de terugkeer van steenkolen in Limburg beperkt bleef tot
Buggenum?
Ben Gales was verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij publiceerde over het
Burgerlijk Armbestuur van Maastricht, over verzekering, maar ook over energie en het
winnen van steenkool. In Studies over de sociaal-economische geschiedenis van Limburg van
2023 schreef hij een discussiebijdrage met als boodschap dat de mijnsluiting in Limburg geen
energietransitie was. https://shcl-jaarboek.nl/article/view/18469/20199.
Van steenkool naar storytelling: mijnmusea in transitie
In de lezing zal worden ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van de verschillende
mijnmusea in de Euregio Maas/Rijn en op het Mijnmuseum in de Abdij Rolduc in het
bijzonder. Ontwikkelingen vanaf de sluiting van de laatste mijn in 1974, de herstructurering
‘van zwart naar groen’ midden jaren ’80 van de vorige eeuw en specifieke partners en
organisaties speelden allen een rol bij het ontstaan van dat Mijnmuseum.
Verschillende van die ontwikkelingen hebben ook geleid tot de huidige opzet van het Discovery Museum in
Kerkrade.
Ontwikkelingen in de maatschappij hebben invloed op het werk en rol van musea en meer
specifiek op de rol die erfgoed hierbij speelt. In dit verhaal zal speciale aandacht worden
besteed aan de veranderende rol van musea in een snel veranderende samenleving; aan kansen
en bedreigingen. In mijn werk bij het Discovery Museum stonden de woorden van de Dr. Carl
Sagan altijd centraal; ‘je moet het verleden kennen om het heden te begrijpen’ maar dan met
de toevoeging ‘zodat je de toekomst kunt vormgeven’.
Gene Bertrand was tot vorig jaar inhoudelijk verantwoordelijke bij het Discovery Museum in
Kerkrade. Hij was o.a. bestuurslid van de Vereniging van Industrie Musea in de Euregio
Maas/Rijn en betrokken bij een groot aantal Euregionale en internationale museale
samenwerkingsprojecten.
Succes en falen van de herstructurering
Mijnsluitingen en herstructurering van de voormalige mijnstreek verliepen in de periode
1965-1975 parallel. Al vóórdat Joop den Uyl op 17 december 1965 de eerste mijnsluiting
bekend maakt, is besloten dat DAF een nieuwe fabriek sticht in Born. Twee maanden later
maakt Laura & Vereeniging haar eerste investering in nieuwe werkgelegenheid bekend.
>De toezegging van omvangrijke financiële steun aan de mijnondernemingen Willem-Sophia,
Laura & Vereeniging en de Oranje-Nassaumijnen, speelde een grote rol in het verloop van het
proces van afbouw van de kolenwinning en scheppen van nieuwe werkgelegenheid. Hoe dat
proces verliep en welke factoren het succes en falen verklaren, is het onderwerp van de lezing.
Loek Kreukels studeerde sociaaleconomische geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht.
Hij promoveerde op een proefschrift over de sociale en economische geschiedenis van de
Nederlandse steenkolenmijnbouw in de periode 1900-1940. Tot 1986 was hij hoofd van de
afdeling Onderzoek van het Sociaal Historisch Centrum in Maastricht. Van 1993 tot 2017
werkte hij als zelfstandig ondernemer in het buitenland.
Hamer en moker in de Zuid-Limburgse sport
De opkomst van de belangstelling voor sport, zowel het beoefenen ervan als het ernaar kijken,
valt in Zuid-Limburg vrijwel samen met die van de mijnindustrie. Het is dan ook niet vreemd
dat er een verband tussen beide wordt vermoed. Is dit verband er inderdaad en zo ja, hoe zag
dat eruit, waaruit bestond het? En wat gebeurde er met de deze verbinding toen de mijnen
werden gesloten en zij werd verbroken? In een eerste verkenning probeer ik antwoord te
geven op deze vragen. Daarbij richt ik mij voor de periode van vóór de mijnsluitingen op de
sport in de breedte om vervolgens voor de periode na de mijnsluitingen de focus te leggen op
de voetbalsport.
Marcel J.M. Put studeerde sociaaleconomische geschiedenis in Utrecht. Hij werkte als
historisch onderzoeker/tekstschrijver, lerarenopleider en VO-docent (economie en
geschiedenis). Sinds 2023 onderzoekt en beschrijft hij met name de ontwikkeling van de regio
Parkstad en de geschiedenis van de Limburgse sport. Via zijn Stichting Ouwe Leem
presenteert hij de verhalen over dat verleden. Dat doet hij in de vorm van boeken, tentoonstellingen,
wandelingen, audiovisuele presentaties en zijn websites www.ouweleem.nl en
www.svlimburg.com. Hij verbindt heden en verleden en levert vanuit een historisch
perspectief commentaar op actuele ontwikkelingen. Zijn laatstverschenen boek is Parkstad
Prima Donna’s. 101 levensverhalen van bijzondere Parkstadvrouwen (Heerlen, 2024).
(Uitgelichte afbeelding: Schunck* bron: site Schunck.nl)