In de Limburger van 20-09-2022 verscheen een artikel waarin vermeld wordt dat Erfgoedorganisaties ‘voorbescherming’ willen van de voormalige cementfabriek Enci. Deze status moet verleend worden in afwachting van de Rijksmonumentale status. Op die manier willen de organisaties voorkomen dat onderdelen van het complex gesloopt, verwijderd of verkocht worden.
Voorbescherming in afwachting van Monumentale status
De Bond Heemschut en de Werkgroep Industrieel Erfgoed Limburg verzochten staatssecretaris Gunay Uslu (D66, Cultuur en Media) om de procedure tot voorbescherming van het ENCI-complex te starten. De erfgoedorganisaties ontvingen een melding dat installaties worden verwijderd en verkocht. Hier zou het gaan om cementmolens en andere installaties van cultuurhistorische waarde. ‘Deze installaties maken deel uit van de productieorganisatie en dragen bij aan de betekenis en identiteit van de gebouwen’, schrijven ze aan de staatssecretaris. ‘Een aantal is nog in de gebouwen aanwezig en ze zijn van belang om te laten zien hoe het productieproces zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld.’ Ook maken de erfgoedorganisaties zich ook zorgen om kunstwerken uit de ENCI-collectie.
Reactie huidige eigenaar van het ENCI-complex
Volgens de nieuwe eigenaar van ENCI, Limburg Real Estate B.V. (LRE) zijn zij het terrein momenteel aan het opruimen, opknappen en energieneutraal aan het maken. LRE nodigt de erfgoedorganisaties uit om zelf te komen kijken, stelt woordvoerder Jos van Wersch. ‘Er is geen enkel kunstwerk verwijderd. Cultureel erfgoed koesteren we. Op het ENCI-terrein komt te zijner tijd een ENCI-museum. Als we echter alle cementmolens zouden laten staan, is er geen plek om eigentijdse projecten te kunnen ontwikkelen, en dat is nu juist waarom LRE het ENCI-terrein heeft aangekocht.’
Voormalig rijksbouwmeester Francesco Veenstra
Voormalig rijksbouwmeester Francesco Veenstra liet eerder weten dat hij het ENCI-complex heel bijzonder vindt. Zo bijzonder dat zowel de cementfabriek als de groeve nationale erkenning verdienen en beschermd moeten worden. De staatssecretaris ging hier niet meteen op in en gaf opdracht om eerst in gesprek te gaan met betrokken partijen zoals de gemeente en de provincie. Ze heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gevraagd te onderzoeken wat de beste opties zijn.