Op de voorlaatste vergadering van de Historische werkgroep van dit jaar op 13 november jl. begroetten we als spreker Heerlenaar Wiet Thijssen. Wiet Thijssen is onder meer actief is al stadsgids. Hij woont in Heerlen vlak naast een bijzonder stukje groen dat aan zijn eigen achtertuin grenst. Dat stukje groen is het ABP-park oftewel de Dingertuin. Een aantal medebuurtbewoners en hij streven naar een opener karakter van de tuin. Bovendien streven zij naar meer verbinding met de stad en heel voorzichtig naar een herstel van de oude luister. Daarom een boek over dit historisch stukje Heerlen opdat er een beeld ontstaat van wat de tuin ooit was. Misschien dat het tot inspiratie kan dienen voor toekomstige herinrichtingsplannen.
Ir. A.E. Dinger
De grondlegger van deze tuin was de in Heerlen bekende en gerespecteerde Ir. Anton Eduard Dinger (1888-19520). Ir. A.E. (Eddie) Dinger was in 1919 naar Heerlen gekomen als opzichter bij Staatsmijnen. Hij klom uiteindelijk op tot hoofdingenieur en chef van de Bouwafdeling. Hij was afkomstig uit een familie die in Indiƫ groot fortuin vergaarde.
Ir. A.E. Dinger
Ir. Dinger had vele verdiensten voor de stad. Hij was hoofd van het bouwbureau van Staatsmijnen, voorzitter van het OranjecomitƩ en van de VVV-in Heerlen. Daarnaast had hij nog vele andere bestuursfuncties. Voor de vele verdiensten werd hij in 1936 geƫerd met de plaatsing van de Ir. Dingerbank, nog steeds aanwezig op het Burgemeester De Hesselleplein.
De tuin
Hij woonde met zijn gezin sinds 1917 met zijn gezin in villa Rozenhof aan de Valkenburgerweg. Achter deze villa liet hij vanaf ongeveer 1920 de legendarische tuin aanleggen. Hij schiep op het perceel achter zijn huis een paradijselijke botanische tuin van ca. 5 ha. Hierin waren fraaie exoten, een rozentuin met wel 150 soorten en vijver/zwembad te vinden.
Detail van de tuin met Dingers auto
De tuin was een afgebakend stukje Heerlen dat enkel bij bepaalde gelegenheden voor publiek werd opengesteld. Tot aan zijn dood in 1952 heeft Dinger met veel liefde en grote financiƫle investering aan de groei van zijn tuin gewerkt. Ook nu nog zijn er exemplaren van de oorspronkelijke beplanting en enkele kenmerkende structuurelementen aanwezig.
De tuin stond wijd en zijd bekend. āIn de blanke sprookjestuin van het zwarte Kolenlandā kopte het christelijk tijdschrift De Spiegel in 1957 boven een artikel over de tuin. Eerder beschreef dokter en botanicus August de Wever deze bijzondere plek. Hij beschreef de tuin met duizenden plantensoorten in het Mijnennummer van 1937.
De tuin is nu bekend als het ABP-park. Tegenwoordig een goed onderhouden grote tuin, gelegen aan de westzijde van het centrum van Heerlen. De tuin heeft drie ingangen en is tijdens kantooruren open voor publiek.
Het boek ‘Ir. A.E. Dinger en zijn tuin’
Om te voorkomen dat Dingers persoonlijke toewijding en de geschiedenis van de tuin in vergetelheid raken, heeft Wiet Thijssen het boek āIr. A.E. Dinger en zijn tuinā samengesteld. Hij beschrijft uitgebreid de geschiedenis van de familie Dinger en de tuin. Verder vertelt hij hoe het ABP de tuin na de bouw van het kantorencomplex en verbouwingen altijd heeft gekoesterd als park. Wiet Thijssen vatte alle wetenswaardigheden van de verborgen parel in het huidige stadsbeeld samen in dit nieuwe, derde Historische Cahier Parkstad Limburg.
Heel bijzonder was het feit dat de auteur tijdens zijn zoektocht naar materiaal voor zijn boek in contact kwam met een nakomeling van Dinger. Zij bleek nog een compleet fotoalbum te hebben met zeer fraaie afbeeldingen van de tuin. Uit dit album heeft hij dankbaar geput voor het boek.
Wiet heel hartelijk bedankt voor je bijdrage. We hebben ervan genoten!
Voor wie meer wil weten: het Cahier is te koop voor ā¬ 7,50 in onze webwinkel: https://www.landvanherle.nl/onze-boeken/ en in enkele boekwinkels in de stad.